
Wet inrichting landelijk gebied
Artikel 35
1
Met ingang van het tijdstip waarop het ontwerp van het inrichtingsplan ter inzage is gelegd tot het tijdstip waarop het inrichtingsplan voor de betrokken onroerende zaken is verwezenlijkt is het, behoudens ontheffing, verboden handelingen te verrichten die de verwezenlijking van het inrichtingsplan ernstig belemmeren. De ontheffing wordt verleend door gedeputeerde staten van de provincie waar de betrokken onroerende zaken geheel of grotendeels zijn gelegen.
2
Na bekendmaking van het inrichtingsplan is het, behoudens ontheffing, eigenaren en gebruiksgerechtigden van tot een blok behorende onroerende zaken verboden handelingen te verrichten, of handelingen die door een normale bedrijfsvoering worden geƫist achterwege te laten, indien daardoor de waarde van hun onroerende zaken zou veranderen. De tweede volzin van het eerste lid is van toepassing.
3
Indien de verandering van de waarde, bedoeld in het tweede lid, een waardevermeerdering betreft, behoeft deze niet te worden vergoed, tenzij deze vermeerdering het gevolg is van handelingen waarvoor ontheffing is verleend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.